Dat mensen huis en haard moeten verlaten en op de vlucht slaan, is van alle tijden. Al aan het begin van onze jaartelling is sprake van grote volksverhuizingen. Over de drama’s die dat veroorzaakt heeft, weten we vrijwel niets, omdat er geen geschreven bronnen van zijn.
Ook aan het eind van de middeleeuwen slaan in onze streken grote groepen mensen op de vlucht. Tijdens de tachtigjarige oorlog trokken veel mensen uit Antwerpen naar Amsterdam, waar ze een veilige haven vonden. Ook Woerden is in die tijd een jaar belegerd geweest door de Spanjaarden en alleen binnen de vestingstad was het veilig.
Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog vluchtten veel Belgen naar Nederland dat neutraal was. Ook Woerden heeft toen een tijd lang Belgische vluchtelingen opgevangen.
In de jaren ’30 van de twintigste eeuw vluchtten Joden uit Duitsland en Oostenrijk naar Nederland. Ondanks de afhoudende reactie van de Nederlandse overheid, heeft ook toen een aantal van hen aanvankelijk een veilige plek in Woerden gevonden. Maar in 1943 heeft de Duitse bezetter alle Joden op transport gesteld en vermoord. Een enkeling kon onderduiken en heeft het toen overleefd. Omdat dit de laatste grote oorlog was, herdenken we die nog jaarlijks: op 4 mei en tijdens Yom Hashoah in april of begin mei.
En na de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië in 1947, de Hongaarse opstand in 1956, de Bosnisch-Servische oorlog in de jaren ’90 en de strijd in Irak en Afghanistan, kwamen er mensen die hier een veilig heenkomen zochten.
Vrijwel allemaal hebben ze een plek gevonden in onze samenleving. In Woerden wonen 7% buitenlanders (dat is overigens minder dan het Nederlandse gemiddelde van 11%). Dat zijn niet allemaal vluchtelingen, maar het geeft wel aan dat wij een samenleving zijn, waar ook mensen die elders geboren zijn, een nieuwe plek om te leven hebben kunnen vinden.
En nu wordt er opnieuw een beroep op ons gedaan. De strijd in vooral Syrië en Eritrea brengen mensen ertoe om met gevaar voor eigen leven een nieuwe plek te zoeken waar ze veilig zijn. Zoals uit het bovenstaande blijkt: voorkómen dat mensen hierheen komen kunnen we niet, maar we kunnen ze wel helpen om zich thuis te gaan voelen in Woerden.
Woerden (incl. Harmelen, Kamerik en Zegveld) heeft ruim 50.000 inwoners. In 2016 en 2017 wordt ons gevraagd om 400 mensen die een verblijfsstatus van 5 jaar hebben op te nemen. Daarnaast wordt onderzocht of we ook nog 300 mensen die nog geen verblijfsstatus hebben tijdelijke opvang kunnen bieden. De overheid zorgt voor huisvesting. Maar wij als bewoners van Woerden, die hier een goed leven hebben, kunnen zorgen dat ze zich hier thuis gaan voelen.
Wij zijn Woerden wil helpen met taal, maatjes en werk. En Woerdenaren spelen daarbij een cruciale rol. De Nederlandse taal leren is de belangrijkste voorwaarde om opnieuw een plek te vinden in de samenleving waarin je terecht bent gekomen. Dus iedereen die wil, kan helpen om taallessen te geven. Als je uit je eigen land vlucht laat je alles achter, niet alleen een huis en bezittingen, maar ook een in vele jaren opgebouwd netwerk. Je hebt geen enkele verbinding met de nieuwe plek waar je komt te wonen. Door als Woerdenaar maatje te worden kun je een vluchteling wegwijs maken in de Woerdense samenleving. En als statushouder mag je je beschikbaar stellen voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Veel statushouders hebben een middelbare of hogere opleiding.
Welke Woerdense bedrijven en organisaties kunnen helpen met stageplaatsen, vrijwilligerswerk en uiteindelijk arbeidsplaatsen, zodat de nieuwe Woerdenaren hun kennis en ervaring aan hun omgeving ten goede kunnen laten komen?
Meld je aan via onze website, dan nemen we contact met je op.
Lex Albers